Ministerie van Doedelzaken

“Als ik Minister van Doedelzaken zou zijn…”

Maarten Vugs: “Uiteindelijk maakt het niet uit wie er ‘by the right, quick, march!’ roept”

25 juni 2021

In deze rubriek, speciaal voor onze nieuwsbrief, stellen we ieder kwartaal aan een speler van een Nederlandse Doedelzakband de vraag wat hij of zij zou doen als je een jaar lang Minister van Doedelzaken bent; wat wordt het belangrijkste actiepunt? Waar richt je je op? En wat is jouw belangrijkste wapenfeit als het jaar om is? In deze editie het woord aan doedelzakspeler en bestuurslid van de oudste pipe band van Nederland, Maarten Vugs:

“Als ik Minister van Doedelzaken zou zijn…”

Telefoongesprekken als deze zijn jullie waarschijnlijk niet onbekend. Ik voerde er deze week sinds lange tijd weer eentje. “Onze Henk wordt volgende (!) week 50 en hij vindt Braveheart zo’n mooie film”. Inmiddels begint er van binnen al iets te jeuken. (Niet op de laatste plaats, omdat men in Braveheart Uillean pipes hoort, maar dat terzijde).
“Nou dachten wij dat het leuk zou zijn een doedelzakband te vragen. Jullie vinden dat zeker leuk. Doen jullie zoiets?” Ik reageer rustig met: “Ja bedankt voor de aanvraag. Wij vinden dat zeker leuk. Wat wilt u precies? Wellicht is het beter om met een kleiner gezelschap te komen of dat er slechts één piper komt. Dat hangt ook een beetje van het budget af.” Na een korte stilte vervolgt de beste vrouw met: “oh, dus jullie doen dat niet voor niks? Het is toch jullie hobby?”
Ik geef een korte uitleg over de te verwachten onkosten, waarbij ik eigenlijk wil vertellen over lessen, instrument, uniform, reiskosten, repetities, et cetera. Dit laat ik echter achterwege.
“Oh… ik kom er deze week even op terug”. Jullie weten dat dit erop “terugkomen” dan achterwege blijft in de meeste gevallen.
Men ziet muziek en muzikanten nog vaak als een wat aparte dienst en verwacht dan een act voor niets. Iets waarvoor het knikengeltje in de kerststal van de St. Jan in den Bosch zich zou schamen.

“Oh, dus jullie doen dat niet voor niks? Het is toch jullie hobby?”

Ik ben zelf met twee linkerhanden geboren. Dat is overigens iets waar ik niet echt mee zit. Ik weet dat van mijzelf. Er zijn mensen die nog minder kunnen, maar denken dat ze wel handig zijn. Dat is ernstiger.
Als ik dus in mijn huis de muren moet laten stuken, dien ik een stukadoor in te schakelen. Stel je eens voor dat ik die vrouw of man vraag het voor niets te doen, omdat ze stuken toch zo leuk vinden….
Het wordt tijd dat we daar als pipe band wereld verandering in kunnen brengen. Maar moeten we hier zelf niet voor zorgen, door ook eens goed naar onszelf te kijken?

Sinds enkele jaren bekleed ik een bestuursfunctie als bandmanager bij Dutch Pipes And Drums, de allerleukste en beste doedelzakband van Tilburg. In 2003 begon ik als doedelzakspeler, nadat ik als 6 jarige begon als slagwerker bij de harmonie in het wonderschone Haaren, op het Brabantse platteland. Uiteraard wilde ik me als 20-jarige laten gelden en was er natuurlijk een hoop mis in mijn ogen. Toen ik op een avond vanachter mijn laptop een mail aan het schrijven was richting het bestuur en ik dit in een facebookpost kracht bij wilde zetten, drong tot mij door, dat als je echt een verandering teweeg wilt brengen, dat je er dan ook zelf iets voor moet doen. Door plaats te nemen in het bestuur of een commissie kan men daadwerkelijk iets in gang zetten of veranderen. Met een beetje aan de zijlijn staan te schreeuwen is immers niemand gebaat.
Met regelmaat zie ik echter, voornamelijk op sociale media, nog “kennissen” die zich hier van bedienen. Verstand en voornamelijk inzicht komt over het algemeen met de jaren.
Ook gedurende de Covid periode en de gedwongen repetitiestops kwam er veel voorbij. Soms relevant, soms een zelfverklaarde Willie Wortel met een eigen waarheid. Zonder hier verder over uit te wijden kan ik eenieder enkel aanraden eens na te denken voordat men schrijft. Het wordt immers letterlijk overal ter wereld gelezen.

Besturen en organisaties worden meestal bemand door vrijwilligers, die daar veel tijd in steken en het beste met anderen voorhebben. Zij hebben oog voor het individu, maar dragen ook een verantwoordelijkheid. Niet op de laatste plaats voor het welzijn en de toekomst van een vereniging of organisatie, zoals de mijne, die toch 68 jaar, met ups and downs de tijd doorstaan heeft.
In onze band kunnen we op veel respect en begrip rekenen. Daar ben ik trots op. Helemaal goed doet men het immers nooit. En believe it or not, ik heb daar wel een enkele keer van wakker gelegen.

Ik heb veel interesses. Zo gaan mijn weken van links naar rechts. In die zin volg ik ook graag debatten in ons parlement. Dit is tevens goed voor de beeldvorming. Wat mij opvalt en mij zorgen baart is dat er een soort van neo-verzuiling ontstaat en politici zich afsplitsen in splinterpartijen. Ik heb ook zo mijn eigen ideeën en opvattingen, maar ik denk dat een groter geheel altijd boven mijn individu gaat. Ik heb ook een hart voor dieren, lig iedere dag in een deuk met mijn Surinaamse collega en laten we eerlijk zijn… hypotheekrenteaftrek is ook heerlijk. Ik vind het echter moeilijk te zien dat er partijen ontstaan die zich slechts focussen op één item of uit onvrede hun eigen weg inslaan. Daarnaast kan een eenmansfractie nooit met alles begaan zijn, zodat het groter geheel uit het oog verloren kan worden en daarbij mist men soms ook de expertise op bepaalde vlakken. Zeker kan men van de “oude rotten ” soms veel leren want zij bezitten vaak de ervaring en wijsheid om je de goede kant op te duwen of te wijzen op iets wat je, alle goede bedoelingen ten respijt, niet overziet.
In de twintig jaar dat ik actief ben in het wereldje van de pipe bands en ruim dertig jaar in de HaFaBra-wereld heb ik dit “fenomeen” ook gezien. “Splinterbands” die om welke reden dan ook, hun eigen weg inslaan. Ik vraag mij af of dat wel goed is voor het wereldje in het grote geheel.
Zo vond ik het fantastisch om bij een gerenommeerde show naast iemand van de 1st Sauerland Pipes and Drums te staan. Ik werd er om een niet verder te benoemen reden ook verdrietig van en ben benieuwd hoe het er dan aan toe gaat bij de 2nd Sauerland Pipes And Drums. Al hoop ik eigenlijk dat the 1st dan ook direct the last was.

“In enkele gevallen wordt de doedelzak zelfs een inferieur instrument genoemd.”

In mijn andere muzikale hobby, kom ik geregeld (beroeps-)musici tegen, die niet zeer positief tegenover de doedelzakmuziek staan. In enkele gevallen wordt de doedelzak zelfs een inferieur instrument genoemd. Dit steekt mij, maar het zet me ook aan het denken. En ergens kan ik het ook begrijpen.
Als doedelzakspeler ben ik zeker gelimiteerd in mijn techniek en word ik door velen in de rondde gespeeld. Ook dat vind ik niet erg. Ik ken mijn beperkingen en ik kan er echt van genieten om de jonge gasten bij ons in de band te zien en horen spelen

Gelukkig speel ik in een band waar het verenigingsleven en verenigingsgevoel zeer sterk gestimuleerd wordt en lopen er binnen de band sterke spelers rond, die mij en de band op een hoger plan kunnen trekken. Zij hebben alle benodigde kennis en ervaring om de sound te verbeteren en de marching and discipline te perfectioneren! Dit is essentieel voor een band.
Wanneer dit niet het geval is kan dat ten koste van de “naam” van de doedelzakbands gaan.
Ik vind het leuk om op YouTube optredens van andere bands en hun successen te volgen. Zo geniet ik van de royal airforce pipes and drums, maar zie ik ook graag Neerlands beste bands op competities. Onze band heeft bewust voor optredens gekozen en ja, ook kan er op het muzikale vlak altijd het één en ander verbeterd worden.
Maar soms komt er ook wat voorbij waarvan ik tranen in mijn ogen krijg. Een voorbeeld is een opname van een taptoe in Roermond, enkele jaren terug. Ik gun iedereen het beste, maar waarom moet dat gebeuren, terwijl er in Limburg toch volgens mij ook een aantal gerenommeerde bands bestaat, ook geen graad 1, maar waar wel personen rond lopen die chanters en drones kunnen stemmen. Tevens een drumcore op de rit kunnen zetten.
Als de doedelzak dan toch al niet je favoriete instrument is en je moet “gedwongen” twintig minuten naar zoiets luisteren… Ja, dan krijg je wel een hekel aan onze muziek. Pipe Bands worden om die reden soms bewust niet uitgenodigd voor concerten met orkesten en voor shows. Dat is een kwalijke zaak.

We moeten daarvoor blijven waken! Ieder optreden, van een braderie in Ulvenhout tot aan een taptoe op het rode plein in Moskou bepaalt hoe men over de doedelzakmuziek denkt. Binnen het wereldje moet dat goed aangestuurd worden, met overleg en een goed beleid. Daar is nog veel te halen. Een Nederlandse competitie is erg waardevol, maar we doen elkaar en onszelf veel te kort. We moeten het grotere geheel niet uit het oog verliezen. Uiteindelijk maakt het niet uit wie er “by the right, quick march” roept en de ambitie hebben ooit die positie te mogen bekleden is zeker nooit verkeerd. Maar helaas is het niet voor eenieder weggelegd.

In de twintig jaar in de pipe band wereld heb ik spelers met veel potentie zien binnenlopen en gaan, of ze hadden een verkeerde instelling voor onze vereniging. De conclusie moest wel eens getrokken worden dat men ergens anders beter tot hun recht kwam. Dat is niet altijd leuk, maar uiteindelijk voor iedereen beter.
Toen een jaar of tien terug ons grootste talent en thans mijn goede vriend een stapje zette richting een Vlaamse competitieband was men in onze band ontzet. Het is echter een logische stap dat wanneer een speler binnen jouw vereniging het plafond heeft bereikt of de ambitie heeft om aan competities deel te nemen (wij hebben besloten dat niet te doen), je de speler deze mogelijkheid altijd moet geven. Door dit juist te stimuleren kun je er als band zelf ook de vruchten van plukken.
De betreffende speler, onze pipe major, en ook anderen die elders een competitieseizoen meedraaiden, brachten de op dat moment broodnodige zaken mee terug, waardoor we beetje bij beetje het niveau van onze eigen vereniging zagen groeien.
We leiden mensen op en inherent daaraan is dat je dan soms van mensen afscheid moet nemen. Aan de bovenkant, als ook aan de onderkant.
Men dient eigenlijk in dienst te staan van grotere bands en topbands in de competitiewereld. En je hoeft hierdoor echt niet je beste spelers te verliezen als je dit goed aanpakt. Zo kunnen de topbands ook weer andersom in dienst staan voor “kleinere” bands. En ik denk dat dit her en der niet onverstandig zou zijn! Het zou mooi zijn als dit van bovenaf aangestuurd zou kunnen worden, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen, dat de NOVDB voor mij het allergrootste raadsel binnen mijn prachtige hobby is gebleken en gebleven in de afgelopen twintig jaar.

“Meer mensen, voornamelijk kinderen, moeten met (onze Schotse) muziek in aanraking komen.”

Terwijl ik dit schrijf ontvang ik een bericht vanuit Oostenrijk van muzikale vrienden, die net ouders zijn geworden en heb ontmoet in Denemarken, schrijven al mijn Schotse vrienden vol trots over een 0-0 op Wembly en word ik hartelijk uitgenodigd voor een bruiloft van een Canadese Highland danseres. In september komen vrienden uit een Engelse band op bezoek en ik feliciteer ook nog even een muzikale vriend uit de Oekraïne met zijn verjaardag. Dat laatste overigens in het Engels, omdat ik in het Oekraïens niet verder kwam dan “Budimo” (proost). Veelvuldig gebruikt overigens, dat wel.
En dit alles, doordat ik ooit op een dag de stap zette om muziek te gaan spelen en later besloot lid te worden van een doedelzakband. Het heeft me al tot in heel Europa gebracht en veel bijzondere vriendschappen doen ontstaan. Muziek verbroedert en het allerbelangrijkste voor mij als “Minister” zou dan ook zijn, dat er meer mensen, voornamelijk kinderen, met (onze Schotse) muziek in aanraking komen. Het is een verrijking van het leven!
Aan ons allen de taak hiermee aan de slag te gaan, zodat we dit op de juiste manier kunnen doen.

Met Dutch Pipes and Drums speelden we ooit in de O2 arena te Berlijn, tijdens Musikparade. Toen ik naar buiten liep las ik op de East Side Galley: “Viele kleine Leute, die in vielen kleinen Orten viele kleine Dinge tun können das Gesicht der Welt ändern”. “Veel kleine mensen, die in veel kleine plaatsen, veel kleine dingen doen, kunnen het aangezicht van de wereld veranderen”.

Zorg goed voor elkaar, onze passie en onze muziek!

Maarten Vugs (1981)  is afkomstig uit het Noord-Brabantse Haaren (bij Oisterwijk) en studeerde Duits in Tilburg, waar hij uiteindelijk ook is gaan wonen. Sinds 2003 speelt hij doedelzak en soms side drum bij “Dutch Pipes And Drums” in Tilburg. Daarnaast is hij actief in de HaFaBra-wereld (harmonie, fanfare, brassband) als slagwerker bij verschillende verenigingen en (semi-)professionele projectorkesten. Daar behaalde hij ook het D-diploma op klassiek slagwerk en drums. In beide hoedanigheden nam hij deel aan grote shows en evenementen, zoals het “Certamen” te Valencia, het “Wereldmuziekconcours” te Kerkrade en de nationale taptoes van Nederland, Denemarken, Malta en Noorwegen.
Sinds 2016 is hij lid van het bestuur van “Dutch Pipes And Drums”, thans in de functie van bandmanager.

© Ministerie van Doedelzaken

Andere opinies

Peter Korzilius: “Jaarlijks terugkerende evenementen en een betere graadverdeling”

Peter Korzilius: “Jaarlijks terugkerende evenementen en een betere graadverdeling”

In deze rubriek, speciaal voor onze nieuwsbrief, stellen we ieder half jaar aan een speler van een Nederlandse doedelzakband de vraag wat hij of zij zou doen als je een jaar lang Minister van Doedelzaken bent; wat wordt het belangrijkste actiepunt? Waar richt je je op? En wat is jouw belangrijkste wapenfeit als het jaar om is? In deze editie is het woord aan doedelzakspeler en voorzitter van Venlo Caledonian Pipe Band, Peter Korzilius.

Jelle Calsbeek: “Een gestructureerde en gecoördineerde aanpak”

Jelle Calsbeek: “Een gestructureerde en gecoördineerde aanpak”

In deze rubriek, speciaal voor onze nieuwsbrief, stellen we ieder half jaar aan een speler van een Nederlandse doedelzakband de vraag wat hij of zij zou doen als je een jaar lang Minister van Doedelzaken bent; wat wordt het belangrijkste actiepunt? Waar richt je je op? En wat is jouw belangrijkste wapenfeit als het jaar om is? In deze editie is het woord aan drummer en kersvers NOvDB bestuurslid Jelle Calsbeek.

Robbert van Gorp: “Geen onderscheid tussen ‘competitiebands’ en ‘niet-competitieband'”

Robbert van Gorp: “Geen onderscheid tussen ‘competitiebands’ en ‘niet-competitieband'”

In deze rubriek, speciaal voor onze nieuwsbrief, stellen we ieder kwartaal aan een speler van een Nederlandse Doedelzakband de vraag wat hij of zij zou doen als je een jaar lang Minister van Doedelzaken bent; wat wordt het belangrijkste actiepunt? Waar richt je je op? En wat is jouw belangrijkste wapenfeit als het jaar om is? In deze editie het woord aan internationaal tenor drummer en instructeur Robbert van Gorp.