In deze rubriek, speciaal voor onze nieuwsbrief, stellen we ieder kwartaal aan een speler van een Nederlandse Doedelzakband de vraag wat hij of zij zou doen als je een jaar lang Minister van Doedelzaken bent; wat wordt het belangrijkste actiepunt? Waar richt je je op? En wat is jouw belangrijkste wapenfeit als het jaar om is? In deze editie het woord aan de voorzitter van de Nederlandse Organisatie van Doedelzakbands (NOvDB), Sybren Vis:
“Als ik Minister van Doedelzaken zou zijn…”
We gaan inmiddels al ruim anderhalf jaar gebukt onder het juk van de Corona-beperkingen. Iets wat ons allemaal in de kern raakt. Vervelend voor mensen die er niet ziek van geworden zijn, iets vervelender voor mensen die er wel ziek van geworden zijn. De vraag werd mij gesteld, wat ik zou doen als “Minister van Doedelzaken”. Nu, mijn huidige functie als voorzitter van de Nederlandse Organisatie van Doedelzakbands (NOVDB) ligt wel aardig in het verlengde van die functie. Ik kan eigenlijk zeggen dat als Voorzitter van de NOVDB ik een soort van Minister-President van de doedelzakwereld in Nederland ben (dient te worden gelezen met een enigszins sarcastische ondertoon, want net als met alle bestuursfuncties bij verenigingen is het voorzitterschap die functie die eigenlijk niemand wil hebben, maar als je het goed invult je er toch echt wel wat mee kunt bereiken).
“Leden verloren aan meer “stille” hobby’s”
Zoals gezegd. We gaan behoorlijk gebukt onder het juk van de Corona-beperkingen. Dit heeft een verschrikkelijk grote impact op eigenlijk iedere vereniging. Maar verenigingen die muziek maken in het bijzonder. Je mocht niet oefenen, je mocht niet thuis oefenen, zeker niet buiten want het zóu eens publiek kunnen trekken en dat mocht niet. Er is geconstateerd dat bands leden zijn verloren aan meer “stille” hobby’s. Ik sprak onlangs een voorzitter van een vereniging waar dit aan de orde is. En bij navraag speelt dit bij meerdere verenigingen.
Een goede verstaander heeft maar een half woord nodig. Een minister dient het volk en is verantwoordelijk voor het welzijn van het land. De minister van Doedelzaken zou voor het komende jaar, als het in zijn macht ligt, er voor zorgen dat de bands ondersteund worden in het zoeken naar nieuwe leden en het behoud van het bestaande ledenbestand. Zonder leden tenslotte geen bands en zonder bands geen Ministerie van Doedelzaken. Ik zou met het “kabinet” gaan kijken naar de mogelijkheden van wat grootschaliger ledenwerfacties in de regio. We zouden contacten met gemeentes moeten leggen om te zien wat daar wel of niet kan. Want uiteindelijk komen de pipe bands het beste tot hun recht als ze kunnen optreden of aan competities kunnen deelnemen. Maar net waar ze voor kiezen.
De NOVDB heeft daar op Keltfest al een redelijke sprong mee gemaakt door op de zaterdag een competitie te organiseren. De zondag is gereserveerd voor non-competitieve bands met als doel vermaak en ledenwerving onder de bezoekers aan het evenement. Ook hier hebben we al twee jaar verstek moeten laten gaan. Pipe bands zijn al jaren vrij individueel. Er is een aantal goede samenwerkingen tussen de verenigingen. Zelfs op grote schaal wordt met meerdere bands muzikaal het nodige ondernomen. Maar dat is vaak alleen op uitvoerend gebied. Het lijkt mij dan ook handig om die samenwerkingen ook op het gebied van de ledenwerving door te zetten en uit te breiden.
De bands zijn in Nederland heel erg verspreid. In het noorden en oosten slechts enkele. In het midden en zuiden van het land zijn wat meer bands. We hebben in Nederland een kleine 35 pipe bands rondlopen, dat is één band per ruim 1.100 km2. Dat zijn er niet veel. Voor met name kleinere bands is het lastig om hun stem te laten horen.
Mijn idee is dat bands in dezelfde regio met elkaar in contact komen en een open dag organiseren met ondersteuning van de Minister en zijn kabinet. Dit zou bijvoorbeeld in de steden kunnen waar de verenigingen zetelen. In mijn situatie, als pipe major van een doedelzakband uit Leeuwarden, zou dat betekenen dat de bands uit Leeuwarden, Groningen en Zwolle een open dag organiseren waar die bands bij elkaar komen, oefendemo’s geven, misschien een kleine streetparade en/of taptoe organiseren en informatie aan potentiële leden/donateurs verstrekken. Het ene weekend in de ene stad, het andere weekend in de andere stad. Zo zet je jezelf als band weer in het daglicht en mochten er mensen uit Leeuwarden toevallig op de dag in Zwolle zijn, dan kun je die naar de Leeuwarder bands verwijzen.
“Een denktank, contacten, een draaiboek en begeleiding”
Het ministerie verleent praktische ondersteuning in de vorm van een denktank, contacten en eventueel het opzetten van een draaiboek en begeleiding voor die dag. Dat draaiboek is vervolgens voor iedere band te verkrijgen. Als ik dan na een jaar terugkijk op wat er gebeurd is, dan verwacht ik een toename van het ledenaantal en de realisatie van meer gezamenlijke projecten. Zoals de natuur zich weer hersteld heeft in Australië na de natuurbranden, zo zullen wij gezamenlijk weer oprijzen uit de as van de coronacrisis.
Voor zover dit “fictief” is, is het zeker mogelijk dat we als NOVDB dit gaan realiseren, mits er voldoende animo is voor een dergelijk project. Maar dat hoor ik graag.
Sybren Vis (1965) is voorzitter van de Nederlandse Organisatie van Doedelzakbands (NOvDB). De vereniging is de koepelorganisatie van pipe bands in Nederland en aangesloten bij The Royal Scottish Pipe Band Association. De NOvDB organiseert onder andere competities voor doedelzakbands en individuele spelers. Sybren is zelf piper en speelde bij The Graham Lowlanders in Leeuwarden en The Arthur Troop Pipes and Drums in Alkmaar. In 2010 was hij mede-oprichter van The Wandering Pipers in Leeuwarden die in 2012 werden hernoemd in The Cape Breton Highlanders of Friesland waar hij nog steeds de pipe major is.