Ministerie van Doedelzaken

Column

De drum major als kerstboom van de doedelzakband?

9 juli 2024

Toen ik in 2015 stopte als lid van een pipe band, waar ik vijftien jaar drum major was geweest, dacht ik dat het met mijn carrière als ‘man met de stok’ snel zou zijn gedaan. Want wie had behoefte aan drum major zonder band? Ik zat natuurlijk niet helemaal zonder ‘werk’, want ik draaide maandelijks mee met Music Show Scotland. Maar ik had niet kunnen bedenken dat ik het als verenigingsloze drum major drukker zou krijgen dan ooit. En die drukte is niet meer verdwenen. Ik verkeer in de gekke situatie dat ik naast mijn vaste ‘aanstelling’ bij The Clan MacBeth Pipe Band in Groningen regelmatig voor verschillende pipe bands loop. En dat zijn zowel individuele bands als massed bands. De redenen daarvan bestaan nog steeds en er is nog geen oplossing voor gevonden.

Op de eerste plaats zijn er te weinig drum majors in Nederland, waardoor diverse doedelzakbands zonder drum major zitten. Ten tweede lijkt de functie van drum major teveel te zijn uitgehold. Het is verworden tot een symbolische figuur die te ver af ligt van de eigenlijke rol, namelijk die van de ‘major van de drummers’ en ‘leidinggevende in de band’. Dit heeft vooral met de drum major zelf te maken en de relatie die ze in civiele doedelzakbands hebben met de leden van de band en/of pipe major.
En voor de toekomst ben ik nog niet zo optimistisch gestemd. Er moeten meer drum majors worden opgeleid en daarvoor moeten geschikte mensen worden gevonden. Vooral als ik kijk naar de verantwoordelijkheid die de Nederlandse pipe band drum major heeft tijdens de vele herdenkingen, taptoes en parades zoals tijdens 4 en 5 mei, de Nijmeegse Vierdaagse en alles wat er op ons afkomt tijdens de 80e viering van de bevrijding van ons land. We kijken te vaak naar Schotland als we het hebben over de functie van drum major. bij een pipe band. Maar op een aantal punten gaat die vergelijking mank. Er zijn toch wel belangrijke verschillen. Zo hebben veel plaatsen in Nederland een eigen taptoe waar vaak wordt samengespeeld met andere blaasorkesten. Het kleine aantal doedelzakbands in Nederland wordt veel gevraagd voor herdenkingen daar waar in Groot-Brittannië vaak legerorkesten worden ingezet. En op het beperkt aantal drum majors in Nederland wordt een groot beroep gedaan. Van die drum majors worden andere vaardigheden gevraagd zoals leiding geven aan de band. Een Schotse pipe major zei mij ooit: “Er zijn bij ons in Schotland veel drum majors die geweldig goed zijn in de eigen marching en het flourishen met de mace (de staf van de drum major), maar een band leiden kunnen ze niet”. En als ik heel eerlijk ben, kunnen veel drum majors van pipe bands in Nederland dit ook onvoldoende. Daarmee wordt niet alleen de band tekort gedaan, ook het verloop van optredens komt ermee in gevaar.

Een symbolische figuur die te ver af ligt van de eigenlijke rol, namelijk die van de ‘major van de drummers’ en ‘leidinggevende in de band’.

De historie van de drum major gaat terug tot in de zeventiende eeuw. De drum was toen nog een belangrijk communicatiemiddel in de kazerne, tijdens het marcheren en op het slagveld. Drummers waren erg belangrijk en gewild. Ze werden geleid door een drum major. Hij was verantwoordelijk voor de marching en discipline van de drummers (en de pipers toen deze werden toegevoegd aan een regiment), de administratie, het uitdelen van lijfstraffen en het verdedigen van de drummers en hun instrumentarium. De drums waren kostbaar en mochten niet in handen vallen van de vijand. Toen drummers en pipers samen een band vormden en er ook blaasorkesten ontstonden in het leger, ging de drum major de band leiden op ‘straat’ en daarmee tijdens parades, herdenkingen en shows of taptoes. Dat is in de meeste legers nog steeds zo.

Toen civiele bands ontstonden kreeg ook daar de drum major een centrale rol. Bij veel drum bands en drumfanfares is de tamboermaître (drum major) nog altijd de instructeur van het slagwerk. Bij veel civiele pipe bands is dit al lang niet meer zo. Toch heeft het wel voordelen die goed van pas komen tijdens een optreden wanneer de drum major zelf drummer is. Muzikale kennis en repertoire kennis zijn essentieel om, samen met de pipe major, een optreden goed vorm te geven. Zeker in Nederland met zijn ‘cultuur’ van vele taptoes, (avond)vierdaagses, herdenkingen en bijzondere optredens.

De drum major is mijn inziens het leidende boegbeeld van de doedelzakband. En dat kan niet alleen bereikt worden door het aantrekken van een mooi uniform met veel strepen en versieringen en het hebben van een mooie mace. De drum major is het aanspreekpunt voor organisatoren, muzikanten, leidinggevenden van andere orkesten en hulpverleners en vormt, in goede samenwerking en wederzijds respect, met de pipe major, de pipe sergeant en de drum sergeant het muzikale kader van de band. De drum major is een manager met verstand van het omgaan met mensen, muzikale kennis (zowel muziektheorie als repertoire kennis), kennis van protocollen en heeft oog voor veiligheidsaspecten, marching, discipline, heeft historisch besef en gaat respectvol om met zijn muzikanten. Ja, misschien een schaap-met-vijf-poten, maar dat is wel nodig voor de opgave waarvoor de drum majors van veel pipe bands staan, Zeker als ik kijk naar de komende herdenkingen in het kader van 80 jaar Operation Market Garden en de viering van de bevrijding van Nederland. Maar ook de intocht van de Nijmeegse Vierdaagse en de vele taptoes en parades.

Drum majors moeten aan de bak, zowel met zichzelf, de band als met de functie die ze bekleden. Anders verwordt de drum major tot de kerstboom van de doedelzakband. Dat heeft de functie historisch niet verdiend, en al helemaal niet als ik kijk wat er voor ‘werk’ op ons bordje ligt. Het is positief dat Nederlandse drum majors regelmatig bij elkaar komen om kennis uit te wisselen. Maar wellicht wordt het wel eens tijd voor een opleiding en certificering tot drum major, net als bij drum bands en blaasorkesten. De Nederlandse Organisatie van Doedelzakbands (NOvDB) zou er goed aan doen om een technische commissie voor drum majors op te richten. Ook zal er geïnvesteerd moeten worden in het vinden van meer jongeren die voor een pipe band willen lopen. De functie van drum major in de Nederlandse doedelzakband verdient meer aandacht en dat begint bij de drum majors zelf. Ik wens iedere Nederlandse doedelzakband een goede drum major toe, waarmee ook een bestand ontstaat waaruit geput kan worden voor de functie van senior drum major tijdens grote en/of belangrijke evenementen. Want voor dat laatste zijn er gewoonweg te weinig drum majors. We hebben leiders nodig en geen kerstbomen!

Kees Westerkamp (1966) is geen onbekende in de (inter)nationale doedelzakwereld. In zijn muzikale carrière is hij zowel lid geweest van HaFaBra-orkesten als doedelzakverenigingen, heeft hij verschillende bestuursfuncties bekleed en bands of gelegenheidsformaties opgericht. Lees meer over Kees

© Ministerie van Doedelzaken

Andere columns

Een jubileum, (g)een reden voor een feestje?

Een jubileum, (g)een reden voor een feestje?

Gefeliciteerd pipers en drummers van Nederland. In 2024 vieren we het 75-jarige bestaan van doedelzakbands in Nederland. Dat is een mooie mijlpaal want we hebben een hoop bereikt in al die jaren. Maar er is ook zeker reden voor zorg. Ik schat dat een aantal Nederlandse pipe bands binnen enkele jaren is verdwenen als ze niet wakker worden en enkele belangrijke ontwikkelingen onder ogen gaan zien.

Maatschappelijk verantwoord schnabbelen

Maatschappelijk verantwoord schnabbelen

Kun je vandaag de dag nog met een goed geweten overal maar optreden? Spelen tijdens een evenement van een politieke partij was destijds bij mijn band niet toegestaan. Maar tijden veranderen en het verenigingsbeleid speelt een minder grote rol. Weegt jouw drang naar schnabbelen zwaarder dan je ethisch komas?

Hoera, geen competities meer!

Hoera, geen competities meer!

In het dagelijks leven ben ik werkzaam aan een hogeschool als docent en coördinator afstuderen. Als we net binnengekomen eerstejaarsstudenten vertellen dat ze geen tentamens meer hebben bij onze opleiding, springen ze een gat in de lucht. Want wie wil dat nu niet?