Ministerie van Doedelzaken

Review

Pipers – William Donaldson

25 juni 2023

Voor serieuze pipers

Het boek ‘Pipers’ van William Donaldson oogt met zijn opvallende voorkant met schilderachtige kleuren als een roman, maar is toch echt een geschiedenisboek over pipers en pipe music. Als ik een geschiedenisles zou moeten geven over de oorsprong van doedelzakmuziek in Schotland en de mensen die het groot hebben gemaakt, dan zou ik dit boekje voorschrijven als lesmateriaal. De 220 pagina’s tellende pocket heeft vooral pipers als doelgroep, alhoewel liefhebbers van de geschiedenis van doedelzakmuziek en doedelzakbands ook aan hun trekken komen. Het boek heeft zelfs een kleine Nederlandse verrassing, daarover meer in deze recensie. ‘Pipers’ is geen nieuwe uitgave. De eerste versie verscheen in 2004 maar de auteur vond het tijd voor een update die begin 2022 werd gepubliceerd.

Het schrijven van een geschiedenisboek kun je wel overlaten aan William Donaldson (1944). Hij is piper en een expert op het gebied van pibroch (ookwel piobaireached of ceòl mòr) en analyseert voor The Piobaireachd Society muziekstukken. Als bibliothecaris, archivaris, docent en auteur heeft hij zijn sporen verdiend als schrijver van diverse publicaties over pipe music. Hij promoveerde in 1988 met zijn onderzoek ‘The Jacobite Song ; Political Myth and National Identity’. In 2001 verscheen zijn boek ‘The Highland Pipe and Scottish Society: 1750-1950’ en in 2004 de eerste editie van ‘Pipers’. Hij is gepensioneerd docent Engels aan MIT (Massachusetts Institute of Technology) in de Verenigde Staten. Hij schrijft onder andere artikelen voor de website Pipes and Drums. Voor zijn publicaties ontving William Donaldson diverse prijzen.

‘Pipers’ is een geschiedenisboek over doedelzakspelers. Maar liefst 77 pagina’s van de uitgave gaan over beroemde Schotse pipers en doedelzakfamilies die hun stempel hebben gedrukt op de ontwikkeling van doedelzakmuziek. Gedetailleerd gaat Donaldson in op het leven van muzikale Schotse dynastieën als de MacCrimmons, MacArthurs, MacGregors, MacPhersons, Camerons en MacKays of Gairloch. Muziek werd lange tijd niet opgeschreven maar overgebracht van mond-tot-mond en daarvoor reisden doedelzakspelers door heel Schotland om les te krijgen van de beste pipers die er waren. Het ‘uitspreken’ van de pipe tune is iets wat je diverse pipe majors nog hoort doen tijdens het lesgeven op de repetitie-avond en heel soms tijdens optredens en het inspelen op competities. Nadat meer en meer tunes op notenschrift waren gezet, kwam het bewerken van pipe tunes veel voor. Zelfs het publiceren van tunes onder verschillende namen was niet ongebruikelijk. William Donaldson staat stil bij een aantal van die editors maar behandelt uiteraard ook diverse componisten zoals John MacColl, Willie Ros en George Stewart McLennan. Met zoveel namen duizelt het soms als je het boek ‘Pipers’ leest. En dan te bedenken dat doedelzak spelen een familieaangelegenheid was waarbij de kennis van vader op zoon (of zonen) werd doorgegeven. Het uit elkaar houden van al die Schotten is soms lastig maar toont wel aan hoe diep geworteld de pipe music in de Schotse muziekcultuur was.

Dat Donaldson een grote voorkeur heeft voor pibroch, de klassieke variant van doedelzakmuziek, mag geen verrassing zijn als we zijn staat van dienst als piper en auteur bekijken. Daaraan ontkomt ook dit boek niet aan. In mijn optiek is dat geen nadeel. Ik vind dat er in Nederland veel te weinig aandacht is voor piobaireached (Gealic voor ‘piping’ of ‘act of piping’). We zijn vooral een doedelzakland van het spelen van recht-toe-recht-aan doedelzakmarsen en de grijsgedraaide ‘Highland Cathedral’ en ‘Amazing Grace’. ‘Pipers’ van Donaldson besteedt ten aanzien van pibroch kort aandacht aan de Nederlander Frans Buisman (1942-2002). Deze Amsterdammer speelde geen noot doedelzak maar was in Nederland en Schotland bekend om zijn uitmuntende kennis van piobaireached. Hij was taalkundige en werkte als onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Buisman had grote interesse in piobaireached. Hij deed 30 jaar onderzoek en publiceerde wetenschappelijke artikelen over Schotse klassieke muziek. Hij overleed tijdens een noodlottig verkeersongeluk in Oostenrijk. Zijn dood werd landelijk nieuws in Schotland en tijdens zijn begrafenis speelden diverse Schotse pipers.

Maar ‘Pipers’ gaat niet alleen over mensen. Het is ook een handboek dat ingaat op een variatie aan onderwerpen zoals een introductie op het instrument, hoe het te leren, de geschiedenis van de competitie, de kilt, de pipe band, de muziek zelf (Ceòl Mór en Ceòl Beag), hoe naar doedelzakmuziek te luisteren, belangrijke tunecollecties en doedelzakorganisaties. Alhoewel ik hierboven schreef dat het boek vooral pipers als doelgroep heeft, vinden drummers natuurlijk ook interessante informatie in het boek. Met name als het gaat om wanneer het muzikale huwelijk tussen pipers en drummers plaatsvond en leidde tot de pipe band, of pipes and drums, zoals we die tegenwoordig kennen. Want drummen was eeuwenlang een vak apart in letterlijke zin des woords. Drummers waren een essentieel onderdeel van de legers van destijds omdat ze zorgden voor de communicatie op het slagveld en de kazerne en de tempobepalers waren tijdens het marcheren. Het was een belangrijke functie binnen het regiment en drummers werden betaald door het leger voor hun diensten. Doedelzakspelers hebben het eeuwenlang afgekund zonder drummers. Doedelzakspelers waren ook lange tijd geen onderdeel van een regiment en toen zij uiteindelijk hun intrede deden bij Schotse regimenten, waren ze vooral een ‘extraatje’ en werden betaald door de officieren. Men pronkte met de pipers terwijl men niet zonder drummers kon in het leger. Donaldson onderbouwt dat de pipers en drummers elkaar aanvankelijk niet vonden in het leger zoals algemeen wordt aangenomen. De oorsprong van het huwelijk tussen pipers en drummers ontstond als muzikale experimenten tijdens civiele concerten. Die concerten waren onderdeel van culturele activiteiten georganiseerd door zogenaamde ‘Volunteer Forces’, een brede maatschappelijke ontwikkeling waarbij burgers samenkwamen voor allerlei activiteiten, zoals picknicks, sportevenementen en parades. Hiervoor waren bands essentieel, maar militaire bands inhuren was te duur. Civiele pipers waren goedkoper. Het was ook de tijd dat civiele pipe bands en politie pipe bands ontstonden zoals The Govan Police Pipe Band. Die bands verzorgde concerten in parken, zoals Glasgow Green en Kelvingrove, waar ook geëxperimenteerd werd met andere instrumenten zoals drums. Hierbij werden drummers vooral gebruikt tijdens het marcheren. Ook vond meer en meer samenspel plaats tussen pipe bands (nogal altijd zonder drummers) met brass bands en militaire bands. Pas in 1888 was er sprake van één van de eerste optredens van een militaire pipe band waar zowel pipers als drummers samenspeelden (The Seaforth Highlanders). Meer (militaire) pipe bands volgden. Maar snel ging het huwelijk niet. Pas in 1895 vroeg een journalist in Oban zich af of het niet tijd werd voor de oprichting van een pipe band met drummers om toeristen te vermaken. Aan het einde van de 19e eeuw ontstonden ook de eerste pipe bands competities maar veel concurrenten hadden de eerste deelnemende pipe bands niet. De competitie-industrie zou pas na de Tweede Wereldoorlog uitgroeien tot een belangrijke jaarlijkse aangelegenheid in zowel Schotland als daarbuiten. En dan hebben we het over het competitie spelen zoals we dat nog steeds kennen, namelijk met pipers én drummers. De eerste competitie voor pipers dateert al van 1781.

‘Pipers’ van William Donaldson is een must voor iedereen die zich serieus met doedelzakspelen bezighoudt of wil bezighouden. De auteur is gedetailleerd, doet aan bronvermelding en komt met interessante weetjes en anekdotes. Maar compleet is het boek niet. Ik denk dat de derde editie niet lang op zich laat wachten. Die versie is hopelijk uitvoeriger, met name als het gaat om de geschiedenis van tunes (zowel type tunes als belangrijke titels) want dat deel komt er nu wat bekaaid vanaf.

Pipers ; A Guide to the players and music of the highland bagpipe (new edition) van William Donaldson is uitgegeven door Birlinn Limited in Edinburgh (ISBN 978 1 78027 687 8) en verkrijgbaar in de (online) boekhandel.

© Ministerie van Doedelzaken

Andere reviews

Finding bagpipe freedom – Andrew Douglas

Finding bagpipe freedom – Andrew Douglas

Cees Krottje: “al met al een zeer ver­helderend en inspirerend boek waar menig piper (of andere muzikant), pipe instructeur, pipe major of band manager nut­ti­ge kennis en muzikaal-educatief advies uit kan putten om zijn of haar spel, of zelfs band, tot een hoger niveau te tillen. Ofschoon ik veel eerder al had overwogen om de pipes weer uit die spreekwoordelijke wilgen te plukken, heeft deze uitgave mij geholpen om ook echt die step weer te zetten.”

Pipe Bands – Jeannie Campbell

Pipe Bands – Jeannie Campbell

Het was even schrikken toen het in Edinburgh bestelde geschiedenisboek ‘Pipe Bands’ van Jeannie Campbell MBE binnenkwam. Het was mij bekend dat het boekwerk met 850 pagina’s niet bepaald tot ‘bedlectuur’ gerekend kan worden, maar dat het zo groot en zwaar was, had ik niet verwacht. Het is hét geschiedenisboek van pipe bands wereldwijd en bevat veel informatie en foto’s. Er gaat letterlijk een wereld voor je open.