Vandaag vieren we de bevrijding van Nederland en doedelzakbands spelen daarbij een bijzondere rol. Met de geallieerden troepen die tussen september 1944 en juni 1945 Nederland bevrijdde, kwamen ook de militaire doedelzakbands van de Schotse en Canadese regimenten. Vele Nederlanders maakten kennis met de mannen in kilt en het typische geluid van de Great Highland Bagpipe, zoals de doedelzak officieel wordt genoemd. Die kennismaking zou leiden tot de oprichting van vele doedelzakbands in Nederland.
De doedelzak is een oud muziekinstrument en komt van oorsprong niet uit Schotland. Net als vele instrumenten komt de bagpipe vanuit het Midden-Oosten naar Europa en het zijn de Romeinen die het typische blaasinstrument naar de landen in Noord-West Europa brengen. Naast Nederland maakten ook Frankrijk en Spanje kennis met de zak met pijpen, die middels een mondstuk volgeblazen wordt met lucht en langzaam leeggedrukt wordt waardoor een luchtstroom door de pijpen wordt gevoerd en de vingers negen muzieknoten kunnen produceren.
Via Engeland komt het instrument uiteindelijk in Schotland terecht en ontwikkelt zich daar snel tot een belangrijk muziekinstrument. De eerste keer dat sprake is van de inzet van de great highland bagpipe tijdens een veldslag, is in 1549 tijdens de Slag bij Pinkie Cleugh (ten Oosten van Edinburgh). De doedelzak vervangt de trompet om de troepen aan te moedigen ten strijde te trekken. Alhoewel de Schotten de slag verliezen, wordt de doedelzak een belangrijk oorlogsinstrument tijdens de vele veldslagen die volgen. Het indringende geluid versterkt de strijdlijst, roept emoties op en schrikt de vijand af. Duitse soldaten noemen de Schotten in hun kilts en doedelzakken tijdens de Eerste Wereldoorlog niet voor niets ‘Crying Ladies from Hell’.
Schotse regimenten omarmen de doedelzak
Na de vele veldslagen tussen de Engelsen en de Schotten om de macht in Schotland en de laatste Jacobitische opstand (met als sluitstuk de Slag om Culloden), worden de kilt en doedelzak in 1746 verboden in Schotland. Er is echter één plek waar beide Schotse iconen zijn toegestaan en dat is in de vele Schotse regimenten die onderdeel zijn van het Britse leger. Ieder regiment heeft zijn eigen doedelzakband en de opleiding van pipers wordt een officieel onderdeel van het Britse leger. Het leidt uiteindelijk tot handboeken, een militaire academie voor doedelzakspelers en drummers en vele speciaal gecomponeerde muziekstukken voor de Great Highland Bagpipe.
De doedelzak is in het Schotse regiment het belangrijkste instrument geworden voor militaire communicatie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zal het leiden tot de dood van vele doedelzakspelers.
Omdat veel Schotten in de 19e eeuw naar Canada emigreerde, ontstonden in het Canadese leger ook regimenten waar de Schotse kilt gedragen werd en een doedelzakbands een vast onderdeel waren.
Bagpipes tijdens de oorlog
De bagpipe heeft in de Schotse regimenten een ontzettend belangrijke rol ingenomen. Het verbod op de kilt en doedelzak (uit 1746) wordt in 1785 opgeheven maar het duurt tot 1822, wanneer Koning George IV een bezoek brengt aan Edinburgh (en op advies van de bekende schrijver Walter Scott een klilt draagt), dat de Schotse iconen weer volop in de belangstelling komen onder de bevolking.De Schotse regimenten kunnen al jaren niet meer zonder de doedelzak. Het instrument wordt gebruikt als communicatiemiddel op de kazerne en op het slagveld. Bepaalde gebeurtenissen op de kazerne hebben hun eigen muziekstuk als herkenningmelodie. Tijdens veldslagen worden de manschappen aangemoedigd door hun pipers en drummers die zelfs meedoen tijdens de strijd, meestal in de voorste rijen. Sommige muzikanten zijn zo heldhaftig dat ze er oorlogsmedailles mee verdienen.
De ommekeer komt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Meer dan 1.000 doedelzakspelers komen om het leven tijdens veldslagen in Noord-Frankrijk. Het Britse opperbevel besluit dat de pipers niet meer het slagveld mee op mogen. Een monument in het Franse Longueval herinnert aan de vele omgekomen Schotse en Canadese doedelzakspelers tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Maar de pipe bands blijven een vast onderdeel van de Schotse en Canadese regimenten. Het verbod op de inzet van pipers op het slagveld is ook van kracht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er zijn echter uitzonderingen op dit verbod. De bekendste is piper Bill Millin, de persoonlijke doedelzakspeler van Simon Fraser en 15e Lord Lovat. Lovat was commandant van een speciale eenheid die onderdeel was van de geallieerde landingen in Normandië op 6 juni 1944. Hij beval zijn piper Bill Millin te spelen tijdens de landing op het strand. Millin werd er wereldberoemd door en overleefde de actie.Maar de actie van Millin is een uitzondering. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vermaken de doedelzakspelers vooral de manschappen en bevolking en zijn ze onderdeel van de vele parades die in de bevrijde landen worden georganiseerd.
Nederlanders maken kennis met Canadese pipe bands
Met de geallieerden troepen die tussen september 1944 en juni 1945 Nederland bevrijdde, kwamen ook de militaire doedelzakbands van de Schotse en Canadese regimenten. Vele Nederlanders maakten kennis met de mannen in kilt en het typische geluid van de Great Highland Bagpipe. Het zijn met name de Canadese troepen die in Nederland een grote rol hebben gespeeld. Van alle Canadese eenheden die in actie waren in Nederland hadden er 18 een doedelzakband. Deze militaire bands kwam met de strijdende troepen mee en presenteerden zich kort na de bevrijding van een stad of gebied aan de bevolking (op een van de foto’s is de pipe band van het Canadese regiment The Essex Scottish te zien kort na de bevrijding van de stad Groningen in april 1945).
Na de officiële capitulatie werden op diverse plaatsen in Nederland grote parades gehouden waar de Canadese militaire pipe bands samen optraden als massed pipes and drums. In Den Haag was deze parade op 21 mei, in Utrecht op 6 juni en in Amsterdam op 28 juni 1945. Het zou een aantal Nederlanders inspireren tot de oprichting van Nederlandse doedelzakbands. De eerste ontstond in 1953 in Tilburg als ‘De Scotjes’ (tegenwoordig de Dutch Pipes and Drums). In 1957 volgde de Haagse Hooglanders (eerst als drumband, pas vanaf 1972 als pipe band) en in 1962 de Beatrix Pipe Band in Hilversum.
Inmiddels telt Nederland vele doedelzakband, de laatste werd opgericht in 2015 in Breda als de ‘Breda City Pipes and Drums’. Over het gehele land bevinden zich pipe bands die veel succes hebben met optredens en competities in binnen- en buitenland. Zelfs een van de Waddeneilanden heeft een eigen doedelzakband, namelijk Ameland.
Over het gehele land spelen vandaag, 5 mei, Nederlandse doedelzakbands als eerbetoon aan de geallieerde bevrijders van 1944/1945. De grootste verzameling pipe bands is vandaag te zien en horen tijdens het Bevrijdingsdefilé in Wageningen, waarbij ook veteranen aanwezig zijn. Dat zijn de volgende bands:
- The City of Apeldoorn Pipes and Drums
- Pegasus Pipes and Drums (Barneveld)
- The Seaforth Highlanders of Holland Memorial Pipes and Drums (Voorthuizen)
- Combined band of The Pipes and Drums of the Royal British Legion, Netherlands Branch (Voorthuizen) en The Pipes and Drums of the Royal British Legion Osnabrück Branch en Dutch Military Pipes and Drums ‘Falcon Guards’
- The 48th Highlanders of Holland Pipes and Drums (Apeldoorn)
In 2020, als Nederland 75 jaar bevrijding viert, zullen waarschijnlijk diverse Canadese militaire pipe bands naar Nederland komt. De opmaat daartoe is al in september 2019 als de Slag om Arnhem wordt herdacht. Op vrijdag (namiddag) 20 september zal een grote massed pipes and drums over de John Frost Brug in Arnhem marcheren deel spelen tijdensnde herdenking op het Airborneplein in Arnhem (ook wel bekend als de Berekuil). Deze band bestaat uit pipers en drummers uit diverse landen.