Als je denkt dat spelen in een doedelzakband al bijzonder is, dan heb je het mis. Sommige pipers en drummers hebben in relatie tot het muziek maken nog een specifieke interesse ontwikkeld die de moeite waard is om in de schijnwerpers te zetten. Zo ook de passie van doedelzakspeler Paul Hanraads. Hij wordt bij zijn doedelzakband in Groningen liefdevol de ‘Willy Wortel’ van de vereniging genoemd. Paul heeft er een sport van gemaakt om uitvindingen te doen die het leven van een piper vergemakkelijken. Hij zit niet eerder stil voordat hij een probleem met een uitvinding heeft opgelost. Daarin wordt hij geassisteerd door zijn vrouw Mia die ideeën aandraagt. Ministerie van Doedelzaken ging naar het Drentse Norg en interviewde Paul in zijn werkplaats. Mia luisterde mee en vulde haar echtgenoot aan met informatie.
Ministerie van Doedelzaken: Hoe is je liefde voor de Schotse doedelzak ontstaan?
Paul: Ik ben op late leeftijd begonnen met Schotse doedelzak spelen, maar de liefde voor het instrument ontstond al lang geleden. Als kleine jongen was ik tamboer bij de Verkennersdrumband in Alkmaar. Ieder jaar werd er in de stad een taptoe georganiseerd en daar was ook wel eens een doedelzakband. Dat vond ik machtig interessant en dat instrument en de muziek heeft me nooit meer losgelaten. In die tijd leerde ik ook mijn vrouw Mia kennen, die lid was van de Waterpadvinders. Verkenners waren katholiek en padvinders waren protestants. Dat ging eigenlijk niet samen want ons land was in die tijd, in de jaren zestig, nog redelijk verzuild maar de liefde overwon en we trouwden. Ik kreeg het druk met een gezin en mijn werk en de wens om doedelzak te leren spelen verdween naar de achtergrond. Ik ging werken bij Defensie als kok en tijdens mijn loopbaan was ik onder andere hoofd van de keuken, chef hofmeester en facilitair aanspreekpunt. Toen ik uiteindelijk, in de rang van adjudant, met pensioen ging kreeg ik meer tijd. Mijn oom, Ben Hanraads, had een rozenkwekerij in de Schotse plaats Gatehouse of Fleet. Hij was ook muzikaal en bespeelde de Uilleann Pipes. Samen met mijn twee zussen besloot ik om hem te bezoeken en we boekten in 2002 een reis naar Schotland. Tijdens die trip kwamen we in de plaats Dunoon terecht. We waren eigenlijk een beetje geïrriteerd omdat we de hele reis nog geen doedelzakspeler hadden gezien en gehoord. Dat hadden we niet verwacht in Schotland. We checkten vrijdagsavonds in bij onze Bed & Breakfast en gingen wat teleurgesteld naar bed. De volgende ochtend werden we ons bed uit geblazen door honderden pipers. Het bleek dat dat weekend de Cowal Gathering werden gehouden. Dat was geweldig en ik was helemaal verkocht! Terug in Nederland begonnen Mia en ik keltische festivals en highland games in Groningen en Drenthe te bezoeken, want we wilden meer weten over Schotland en de Schotse cultuur in ons eigen land. Mijn jeugd uit Alkmaar kwam weer boven drijven. Ik wilde doedelzak leren spelen.
Ministerie van Doedelzaken: Wanneer ben je begonnen met doedelzak spelen?
De doorbraak kwam in 2012. Ik las een oproep van The Clan MacBeth Pipe Band uit Groningen, zij zochten nieuwe leden. Ik ging kijken. Het was op de eerste repetitie al meteen kippenvel! Ik kreeg het aanbod om een week later mee te gaan met de band naar Schotland. In het kader van het vijfentwintig jarig jubileum organiseerde de vereniging een muziekreis naar Schotland en er was een plaats vrijgekomen in de bus. Wat een geweldig aanbod! Ik besloot mee te gaan en had een fantastische week met excursies, een bezoek aan de Royal Edinburgh Military Tattoo en een hoop gezelligheid in ons appartement op de University of Stirling. Na terugkomst in Nederland nam ik les bij Clan MacBeth. Ik bespeelde al een trekharmonica (een kleine accordeon) en gaf daar ook les. Enige ervaring met een muziekinstrument had ik dus al. Mia speelde ook accordeon, dus er was bij ons thuis in Norg altijd al veel muzikaliteit.
Doedelzakspeler Paul Hanraads (rechts) tijdens Music Show Scotland.
© Heiko Messerschmidt
Ministerie van Doedelzaken: Wat zijn je hoogtepunten als doedelzakspeler?
Ik geniet nog altijd van mijn tijd bij de band in Groningen. Ik heb al veel optredens gedaan maar mijn hoogtepunten zijn toch wel de optredens tijdens de viering van 70 jaar bevrijding van de stad Groningen in april 2015, de concerten met André Rieu in 2023 en mijn deelname aan Music Show Scotland in binnen- en buitenland. Daarnaast doen Mia en ik veel werk voor de jaarlijkse concertavond van de vereniging, de Schotse Avond. Ook regel ik in januari altijd de haggis voor de Burns Night die we tijdens de repetitie-avond organiseren. De haggis haal ik op bij restaurant ‘Het Wapen van Schotland’. Samen met de spreker en de piper breng ik de haggis naar binnen en uiteraard wordt er na de ceremonie heerlijk van gegeten.
Ministerie van Doedelzaken: Hoe is het uitvinden binnen de doedelzakband ontstaan?
Eigenlijk kwam dat door Mia. Zij ging altijd mee naar Music Show Scotland om te helpen achter de schermen. Daar viel het haar op dat tijdens pauzes de doedelzakspelers hun instrument op drums of tafels en stoelen legden. Best wel een vervelende en soms gevaarlijke situatie. Er kan snel wat kapot gaan. Omdat ze natuurlijk wist dat knutselen in mijn bloed zit, bracht ze mij op het idee om een speciale standaard te maken voor de pipes. Bij blaasinstrumenten in een orkest is zo’n instrumentstandaard al lang erg gebruikelijk, dus waarom niet binnen een doedelzakband? Toen we een keer thuis kwamen van de show, dook ik mijn werkplaats in en ging knutselen. Als basis gebruikte ik een gitaarstandaard. Uiteindelijk kwam er nog heel wat bij kijken. Veel nadenken en uitproberen. Er moest een mal worden gemaakt, staal worden verbogen en buisjes aan elkaar worden gelast. Na enkele prototypes had ik eindelijk een definitieve standaard voor de doedelzak gemaakt. Voor een aantal leden van The Clan MacBeth Pipe Band is er toen een standaard gemaakt. Er kwam ook een variant waarop meerdere muziekinstrumenten een plek kregen. Handig voor folkbands waar muzikanten meerdere muziekinstrumenten bespelen en snel moeten wisselen van het ene naar het andere instrument. Als basis gebruikte ik hiervoor een standaard van een luidspreker.
Ministerie van Doedelzaken: Welke uitvindingen heb je nog meer gedaan?
Het bleef inderdaad niet bij de doedelzakstandaard. Het viel me tijdens onderhoudsavonden bij de band op dat pipers veel tijd kwijt waren om hemp om hun chanter te wikkelen en te verwijderen. Wat een gedoe, dat moest anders kunnen! Als basis gebruikte ik een oude draaibank. In mijn hoofd maakte ik een plan om de draaibank geschikt te maken zodat ik ‘m kon gebruiken voor chanters. Daarvoor moest de draaibank worden aangepast. Bij de bouwmarkt haalde ik materialen en paste ik het apparaat aan zodat het uiteindelijk gebruikt kon worden voor het omwinden en ontwinden van hemp. Het is geen klein apparaat maar kan prima op een keukentafel geplaatst worden.
Ook maakte ik een drukmeter voor doedelzakspelers om te oefenen met druk houden. Dat is erg belangrijk voor een piper en de kwaliteit van het doedelzakspelen. Als een piper geen druk kan houden, kun je beter geen doedelzak gaan spelen. Mijn drukmeter staat in het bandgebouw en kan iedere maandagavond worden gebruikt.
Mijn laatste uitvinding is een verrijdbare vlaggenmast die tijdens de jaarlijkse concerten, de Schotse Avond, maar ook tijdens andere optredens kan worden gebruikt. Ik ergerde me aan het feit dat er geen makkelijke manier bestond om vlaggen te tonen zonder dat iemand ermee rond ging lopen. Omdat Schotland twee vlaggen heeft, het St. Andrew’s Cross, (ookwel Saltire genoemd) en de koninklijke vlag (de zogenaamde Lion Rampant), moest de standaard plek hebben voor minstens twee vlaggen. Maar omdat ik ook de Britse vlag (de Union Jack) en de Nederlandse en Groningse vlag wilde tonen, werd het uiteindelijk een standaard voor vijf vlaggen. Het geheel is verrijdbaar en middels de handvatten makkelijk te transporteren. De leden van de band vonden het een geweldige uitkomst om vlaggen te plaatsen.
Ministerie van Doedelzaken: Werk je al aan een volgende uitvinding?
ja, uiteraard. Mijn oog valt altijd op kleine of grote ergernissen waarvoor ik uiteindelijk een oplossing ga zoeken. Ik werk aan iets nieuws maar ik kan nog niet verklappen wat het is. Het enige dat ik kwijt wil is, dat het iets voor de voorzitter van de vereniging gaat worden. Voor de rest blijft het nog geheim.
Ben, of was, jij lid van een Nederlandse doedelzakband en heb je een bijzondere passie in relatie tot het muziek maken, kilts of uniformen, Schotland of de Schotse cultuur, laat het ons weten! Je mag uiteraard ook een medelid opgeven.