Tijdens de Slag om Arnhem, in september 1944, konden de Britten niet zonder doedelzakmuziek. Het plan om de regimental pipes and drums naar Arnhem te brengen mislukte en uiteindelijk speelde maar één piper nabij de Ginkelse Heide. Hij was hoogstwaarschijnlijk niet het enige lid van de band die tijdens de slag in de regio was. Ook de drum major en drummers kwamen in actie, maar wel zonder drums. In dit eerste deel van een serie van twee artikelen over doedelzakmuziek en de Slag om Arnhem, gaan we dieper in op de rol van de pipe band van het zevende bataljon van The King’s Own Scottish Borderers.
Drums en doedelzakmuziek zijn al honderden jaren onlosmakelijk verbonden met het Britse leger en daarmee met de Schotse regimenten. Muziekinstrumenten waren in eerste instantie bedoeld als communicatiemiddelen. Ze bepaalden het dagritme van de militairen in tijden dat er nog geen klokken en moderne telecommunicatiemiddelen bestonden. Drums werden gebruikt op het slagveld om commando’s door te geven. Doedelzakken speelden een rol in het dagelijks leven op de kazerne en op het slagveld. Zo werden marsen gebruikt als oriëntatie en aanmoediging van de soldaten tijdens veldslagen. De Britse legerleiding had de inzet van doedelzakspelers in de frontlinie al tijdens de Eerste Wereldoorlog verboden vanwege de enorme hoeveelheid slachtoffers. Toch kwam het tussen 1939 en 1945 voor dat pipers meegingen tijdens militaire operaties. De Slag om Arnhem was daar geen uitzondering op.
Per glider naar Wolfheze
Tijdens de Tweede Wereldoorlog had ieder Schots regiment een eigen regimental pipes and drums band. De doedelzakspelers van die band waren afkomstig van de afzonderlijke kleinere bataljonbands. Het zevende (Galloway) bataljon van The King’s Own Scottish Borderers was daarop geen uitzondering. Toen de plannen voor Operation Market Garden werden gemaakt, was het bataljon, inclusief de pipes and drums, gestationeerd op de Orkney eilanden. Ze werden speciaal voor Operatie Market Garden onderdeel van de 1e Airborne Division. De manschappen zouden per glider [opm.: militair zweefvliegtuig] naar Nederland gaan om op 17 september 1944 te landen bij Wolfheze. Een groot deel van de manschappen kreeg als taak om de Ginkelse Heide veilig te stellen voor de geallieerde parachutisten.
Hoe één doedelzakspeler op de Ginkelse Heide terecht kwam
Om na de landing bij Wolfheze snel de manschappen van het 7e bataljon te verzamelen, ontstond het idee om daar de regimental pipes voor te gebruiken. Het probleem was echter dat er maar één doedelzakspeler mee kon. Pipe major I. Laidlaw riep alle ervaren pipers bij zich. Het trekken van een strootje resulteerde in het feit dat Lance-Corporal Piper Willie Ford per glider naar Nederland zou gaan. Op de grens van de landingszone bij Wolfheze en de zuidpunt van de Ginkelse Heide, klonk op zondag 17 september de regimentsmars ‘Blue Bonnets Over the Border’. De rest van de regimental pipers zouden per schip naar België worden gebracht om zo in Nederland, en Arnhem, te komen. Van vijf doedelzakspelers is bekend dat ze op deze manier naar Nederland reisden. Uiteindelijk zouden ze Arnhem nooit bereiken door het mislukken van de Slag om Arnhem. De vijf pipers keerden nog in 1944 terug naar het Verenigd Koninkrijk. Ook Willie Ford kwam waarschijnlijk nooit in Arnhem. The King’s Own Scottish Borderers raakten verwikkeld in zware gevechten in Oosterbeek en kwamen niet verder dan die plaats. Ford werd gevangengenomen en belandde in een krijgsgevangenenkamp. In April 1945 werd hij bevrijd en keerde terug naar Selkirk, de plaats in de Schotse Borderers waar hij vandaan kwam. Hij pakte zijn beroep van voor zijn diensttijd weer op en ging weer aan het werk in een van de weverijen waar de regio om bekend staat. Willie Ford bleef doedelzak spelen bij de lokale pipe band van Selkirk.
Drummers in Oosterbeek
Wat betreft de drummers is het minder duidelijk hoe hun reis verliep. Drummers hadden namelijk naast hun muzikale functie ook een gevechtsfunctie, in tegenstelling tot de pipers die tijdens gevechten vaak brancarddragers waren. De lijst van militairen van The King’s Own Scottish Borderers die aan Operatie Market Garden meededen is bekend, maar vermeldt niet specifiek de functie van drummers. Toch is aannemelijk dat er drummers landden bij Wolfheze en vochten in Oosterbeek. Zo spraken Militairen van het zevende bataljon KOSB over de aanwezigheid van drum major Tait in Oosterbeek en dat hij op 23 september gewond raakte. Het feit dat drum major Tait in de regio aanwezig was, doet sterk vermoeden dat ook andere drummers meededen aan de Slag om Arnhem.
Doedelzak Ford gevonden op Nederlandse zolder
In mei 2023 meldden diverse Nederlandse kranten dat de doedelzak van Willie Ford zou zijn gevonden op een Nederlandse zolder. Het instrument werd aangeboden aan een oorlogsmuseum in de regio. Al snel ontstond er twijfel over de echtheid van het instrument. Op basis van foto’s van het instrument stelden doedelzakexperts in Nederland en Schotland vast dat het instrument om duidelijk herkenbare redenen niet het instrument van Willie Ford kon zijn geweest. Zo was de tartan in de versieringen van de pipes en van de beschermzak die om de doedelzak zit van een ander regiment. Daarnaast kwam een voormalig pipe major van The King’s Own Scottish Borderers tot de conclusie dat de houtsoort van het instrument op de foto’s een andere was dan tijdens de Tweede Wereldoorlog door zijn regiment werd gebruikt. Het Airborne Museum, dat in eerste instantie was benaderd om het muziekinstrument op te nemen, wees de gift af. De kans dat Willie Ford zijn doedelzak kon meenemen naar het krijgsgevangenenkamp was overigens erg klein meldt een Britse slagveldspecialist. Het is aannemelijker dat het instrument óf is afgepakt toen Ford gevangen werd genomen óf dat Willie Ford zijn doedelzak zelf in een greppel heeft gegooid. Dit laatste omdat het meedragen van de bagpipes tijdens gevechtshandelingen als ballast werd beschouwd. Het lot van de bagpipes van Operatie Market Garden zal mogelijk nooit bekend worden. Wel kan bijna met zekerheid worden vastgesteld dat Willie Ford de eerste Schotse (militaire) doedelzakspeler was die op Nederlands grondgebied speelde na het begin van de Tweede Wereldoorlog. Onbedoeld leidde het tot het ontstaan van iets meer dan dertig Nederlandse doedelzakbands.